. . . . op houten schepen. Zo werden ze vroeger vaak genoemd. De visserlui die met relatief kleine schepen de zee trotseerde. Weer of geen weer. Het stoere eikenhouten schip is speciaal gebouwd voor vissen. De boot heeft een hoge kop om de zee te keren. Onder de plecht is het vooronder, de leefruimte van de bemanning. Het achterschip is open en laag gehouden. Op deze manier is het makkelijker om de netten binnen te halen. Afhankelijk van de plaats waar de schepen vandaan kwamen en waar ze visten waren er varianten mogelijk. Doorgaans werkte men met 2 tot 4 personen op het schip. Zo zijn de botter uit Vollenhove, Kampen en Elburg (oostwal) wat kleiner en hadden ze weinig diepgang. Het oostelijke deel van de Zuiderzee was nogal ondiep. De Kamper vloot dateert uit 1864 als een aantal Schokker vissers zich in Kampen vestigen. De visserij was geen vetpot, toch is er in de jaren daarna een opleving.
. . . het jaarverslag van 1895 vermeldt het aanwezig
zijn van „123 vaartuigen voor visscherij in de Zuiderzee met een
gezamenlijke inhoud van 2699 scheepstonnen en eene bemamming van 275
koppen". De opbrengst van „verkochte visch aan de vischmarkt" brengt nu
totaal ƒ 10.000 op en dat was een hoog bedrag, in ieder geval ƒ 3.000,-
hoger dan in 1894.
Het leven aan boord op een mooie dag.
zaterdag 23 februari 2013
zondag 10 februari 2013
Een . . . . tikkeltje roze!
Een tikkeltje? Een bakje vol zul je bedoelen. Meestal tot gedoseerd in vingerdikke plakjes. Maar als het restje op moet . . . .
dinsdag 5 februari 2013
Vogels
Je hoeft maar met wat voer te strooien en ze komen vanzelf naar je toe. Naast de vreemde vogels aan deze kant van het glas zie je aan de andere kant ook vreemde vogel. Van horen zeggen weet ik dat in de bomenrij achter ons huis boomklevers zitten. Af en toe vliegt er een vlaamse gaai rond. Het roodborstje scharreld wat rond. Dan natuurlijk de merels en de mussen, koolmeesjes en . . . . . een pimpelmeesje. Eigenlijk valt hij mij nooit zo op maar nu achter het cameraglas . . . . Ik denk dat dit toch wel het leuke van de wintertijd is.
vrijdag 1 februari 2013
Dood . . . .
Dood . . . en dan? Voor rijken een plekje in de kerk, afgedekt met een zerk. De meest vermogende familie's hadden een plaats vlak bij het altaar. De armen kwamen daar niet voor in aanmerking en kregen een achterafplekje op de begraafplaats.
Abonneren op:
Posts (Atom)